Toespraak begrafenisstoet
NEDERLANDSE VERSIE
Toespraak gegeven voor de Stopera in Amsterdam, na de begrafenisstoet voor onze toekomst op 16 Juni
(English below)
Lieve vrienden, lieve rebellen.
Bedankt dat jullie hier vandaag gekomen zijn. We hebben vandaag niet zomaar een protestmars gelopen zoals alle andere. We droegen een doodskist met ons mee die symbool staat voor onze toekomst en de toekomst van de stad Amsterdam. We staan hier niet alleen als activisten, maar ook om samen te rouwen. Deze kist symboliseert onze toekomst en het lot van hen, die al zoveel te lijden hebben onder klimaatontwrichting. Maar terwijl deze kist alleen maar een symbool is, is ons rouwen niet symbolisch. Ons verdriet voelt echt. We rouwen omdat we leven in de wetenschap dat we door de klimaatcrisis dingen zullen verliezen die ons dierbaar zijn. We weten dat ecosystemen zullen verdwijnen: koraalriffen, tropisch regenwoud, savanne. We weten dat duizenden of zelfs miljoenen mensen het leven zullen laten door overstromingen, hongersnood, droogte, of gewapend conflict. En we weten dat we Amsterdam in de golven kunnen zien verdwijnen.
Ergens wisten jullie dit allemaal al. Maar we gaat het vaak uit de weg. Ik wil jullie daarom vragen om je ogen even te sluiten en terug te denken aan het moment dat ervoor heeft gezorgd dat jij vandaag naar een begrafenis voor onze toekomst bent gekomen. Het moment waarop je dacht: âoh shitâ. Het moment waarop je je realiseerde hoe erg het eigenlijk is, hoe slecht we ervoor staan. Sommigen van jullie hebben dit moment jaren geleden al gehad. Het kan ook zijn dat je het net pas had op de weg hier naartoe. Als je zoân moment nog niet hebt gehad dan komt het vroeg of laat nog wel. Dit onderwerp is zo groot dat het ons allemaal raakt.
Het kan ontzettend eenzaam zijn om je dit te realiseren. En het is ongemakkelijk om te weten dat wij, met de manier waarop we consumeren, de crisis veroorzaken die we tegelijkertijd wanhopig op proberen te lossen. Dit is de paradox van ecologisch verdriet.
Toch moeten we van onszelf vragen om samen de confrontatie met deze gevoelens aan te gaan. Rouwen is een noodzaak. Als iemand het ongemakkelijk vond om een doodskist door de stad te dragen, kan ik je een hart onder de riem steken: het is nou eenmaal ongemakkelijk. Als we rouwen laten we de meest kwetsbare kant van onszelf zien. Het gaat niemand gemakkelijk af. Toch kunnen we deze emoties niet wegstoppen. Als we dat doen openen we de weg naar ontkenning en verliezen we de moed om in actie te komen. De moed die we zo hard nodig hebben.
Maar we kunnen samen de confrontatie aan te gaan met onze gevoelens van verdriet en verlies. Dit maakt ons sterker. Zo kunnen we groeien als mensen, verbinding zoeken als gemeenschap en deze beweging veerkrachtiger maken.
Maar waarom rouwen we hier en nu? Midden in de stad, waar iedereen ons kan zien in zoân kwetsbaar moment? We doen dat omdat wij van ons verdriet een wapen hebben gemaakt. Onze rouw hier en nu is een protest. Want als we een ding zeker weten is het wel dit: we kunnen nog iets doen aan deze crisis. Rampspoed, ineenstorting en het uitsterven van de mens zijn nog niet onafwendbaar. Alleen doen we niets om ze af te wenden. Al in de jaren â70 en â80 kwamen we tot de conclusie dat ons een klimaatcrisis te wachten stond. Vanaf de jaren â90 komen wereldleiders bij elkaar voor klimaattoppen. Al die tijd hebben ze beloofd dat dingen zouden veranderen. Maar er is nog helemaal niets veranderd. De uitstoot van broeikasgassen stijgt nog steeds, oliebazen hebben nog steeds de regie. En de rand van de afgrond komt steeds dichterbij. Uitsterving komt steeds dichterbij. En dus komen wij in opstand, voor het leven. Dit is de Extinction – Rebellion.
We staan hier op een plek waar macht uitgeoefend wordt. In dit gebouw neemt de gemeenteraad van Amsterdam haar beslissingen. Rampzalige beslissingen. Keer op keer wordt hier besloten om de waarheid over de klimaat- en biodiversiteitscrisis niet te vertellen; in plaats daarvan wordt de waarheid verborgen. Elke dag wordt hier besloten niet te handelen, maar wordt de last verschoven naar volgende generaties. Elke dag wordt besloten om niet te luisteren en om geen echte democratie na te streven, maar de gevestigde belangen gaan voor en lobbyisten krijgen vrij spel. Elke dag wordt besloten de roep om sociale gerechtigheid en klimaatgerechtigheid te negeren, in plaats daarvan krijgen de rijken vrij baan om winst te maken ten koste van hen die het meest kwetsbaar zijn. We weten dat dit allemaal anders kan. We weten dat het ook anders moet, willen wij hier op aarde overleven.
Speech delivered in front of Stopera, Amsterdam, after the funeral march for our future on June 16th
Dear friends, dearest rebels,
Thank you all for coming today. Today is not a normal protest march. We carried with us a coffin which represents our future, and the future of the city of Amsterdam. We are here not just as activists, we are also here to mourn. The coffin is the symbol of our future and of those already suffering at the hands of climate breakdown. But while the coffin is a symbol, our mourning is not symbolic, it feels real and it is real. We mourn because we recognise that we will lose things to the climate crisis that we hold dear. We know that we are seeing ecosystems disappear: coral reefs, tropical forests, savannah. We know that thousands or millions of people will die due to floods, famine, droughts, or conflict. And we know that we might see Amsterdam drown.
All of you already knew this. But we rarely confront it. I want to ask all of you to close your eyes for a second and to think back to the moment that made you come to a funeral for our future. That âoh shitâ moment that we all know. The moment you realised it was really âthat badâ. Maybe you have been through this moment years ago. It might be that you had a moment like this on the way here. If you havenât had it yet, then you will have it at some point in the future. Because what weâre talking about is so big that it affects us all.
Having this realisation can be incredibly lonely. And it can be awkward to confront the reality that we, with our consumption habits, cause the problem we are desperately trying to solve. This is the paradox of ecological grief.
And still, we need to ask ourselves to confront it, together. We need to grieve. If anyone felt uneasy when carrying a coffin through the city, let me reassure you: it is uneasy, fundamentally. Grieving means exposing ourselves, showing ourselves at our most vulnerable. Itâs never an easy thing to do. But hiding away these feelings is much worse. Hiding them away will nudge us towards denialism, and will drain our courage to act. Courage we so desperately need.
But we know that confronting feelings of grief and sorrow together will ultimately make us stronger. It will make us grow as individuals, it will make us bond as a community, and it will make us more resilient as a movement.
But why do we grief here, and now? In the middle of a city, the most public place you can think of and for everyone to see our vulnerability. Because we have made grief our weapon. We mourn here and now as a protest. Because for all the things we know, we also know that this crisis is not yet inevitable. Catastrophes, collapse, or extinction are not inevitable. But we have made no effort to avoid them. In the â70s and â80s, we concluded with absolute certainty that a climate crisis was imminent. Ever since the â90s, world leaders have been holding climate summits and have promised that things would change. But nothing changed. Emissions are still rising, oil executives are still firmly in charge, and we are still heading towards the cliffâs edge, towards extinction. And so we must rebel, for life. This is the Extinction – Rebellion.
We stand in a place where power is centralised. In this building, the city council of Amsterdam takes its decisions. Fatal decisions. Every day, people in this building choose not to Tell The Truth about the climate and ecological crisis; instead, they hide it. Every day, they choose not to Act Now; instead, the burden of this crisis is passed on to the next generations. Every day, they choose not to listen to people, or to work towards a real democracy; instead, they bow to vested interests, and lobbyists reign. Every day, they choose not to respect cries for social or environmental justice; instead, the rich are still free to make profit at the cost of the most vulnerable. We know that all of this can be different, and we know it has to be different if we want to survive as a species.